Batman, red de democratie!
Door: Martijn van Tol 03-09-2012 BRON: One World
Verkiezingen is het toverwoord dat wij Afrika voorspiegelen. Maar inmiddels lijkt onze democratie meer op de Afrikaanse dan andersom. Rutte versus Roemer of Kabila versus Bemba, de democratie verkeert in ademnood.
Alphonse Muambi kan er nog niet over uit. Het was najaar 2006 en hij was nog maar net teruggekeerd uit zijn vaderland Kongo, waar hij namens Nederland verkiezingswaarnemer was tijdens de eerste democratische verkiezingen in vijftig jaar. Daar had hij de geest van de democratie uit de fles zien komen. Overal op straat gonsde de politieke discussie over de vraag op welke kandidaat te stemmen. Veel mensen hadden dagenlang gelopen vanuit hun dorpen en op straat naast de stemlokaaltjes geslapen, om hun democratische plicht te vervullen.
Nieuwe vlam
En nu stond hij, terug in zijn woonplaats Den Haag, bij een kennis in de tuin die een bbq-feestje gaf. Ook in Nederland waren er verkiezingen, op televisie was een lijsttrekkersdebat gaande. Maar iedereen stond in de tuin te kletsen over koetjes en kalfjes. Op een gegeven moment keek een van de gasten op zijn mobiele telefoon om te zien wie het debat had gewonnen.
Sindsdien vergelijkt Muambi democratie met de liefde. De rijzige, rustig ogende Kongolees die in begin jaren ’90 naar Nederland vluchtte voor de gewelddadige repressie van het Mobutu-regime, zag dat Nederland en democratie al zo lang bij elkaar zijn dat we ons de eerste ontmoeting niet meer kunnen herinneren. De liefde staat al een tijd op een laag pitje, de relatie is pragmatisch geworden. In Afrika waar de democratie schaars is, begeert de bevolking haar nog als een nieuwe vlam.
Wat Muambi al een tijd bezighoudt is waarom, ondanks die begeerte en de westerse steun, de democratie toch zo slecht wortel schiet in Afrika.
‘Strings attached’
Volgens de Democracy Index, die landen wereldwijd jaarlijks langs de democratiemeetlat legt, voldeed in 2011 slechts één Afrikaans land aan de voorwaarden voor een ‘volledige democratie’: het eilandstaatje Mauritius in de Indische Oceaan. Voor de rest telt het continent een handvol ‘gebrekkige democratieën’, zoals Zuid-Afrika (vanwege zijn geringe politieke participatie en gebrekkige democratische cultuur). De rest van het continent is verdeeld tussen ‘hybride’ en ‘autoritaire’ regimes.
Dit ondanks de jarenlange inspanningen van het westen om democratie in Afrika te promoten. Met name na de val van de Berlijnse Muur werd de westerse democratie gevierd als dé politieke succesformule geschikt voor wereldwijde export.
In die geest organiseert de Franse president François Mitterrand in de lente van 1990 een Afrika-top bij het west Franse plaatsje La Baule. Want zou het niet prachtig zijn als na Oost-Europa de frisse wind van de democratie nu ook door Afrika zou gaan waaien? Daarom, besluit de president van de postkoloniale grootmacht, zal Franse ontwikkelingshulp aan Afrika voortaan afhankelijk worden gemaakt van inspanningen voor de democratie. De val van het IJzeren Gordijn en de speech van Mitterrand enthousiasmeren Muambi, op dat moment student in Kongo, om met andere jongeren de roep om democratie ook in Kongo te laten klinken. In de twintig jaar die volgden werd ‘Democratisering’ de ‘strings attached’ voor westerse hulp richting Afrika. Wat is ervan terechtgekomen?
Gewiekste omzeilers
Verkiezingen zijn er steeds meer in Afrika. In 2011 werd in de helft van Afrika’s 54 staten verkiezingen uitgeschreven. Je zou kunnen denken dat Afrikaanse leiders de boodschap uit het westen goed in hun oren hebben geknoopt: geen democratie, geen geld.
Maar verkiezingen alleen maken nog geen democratie. Volgens de Democracy Index van 2011 waren in slechts zes Sub-Sahara landen de verkiezingen ‘eerlijk en vrij’ (Botswana, Kaapverdische eilanden, Ghana, Mauritius, Zuid-Afrika en Zambia). Bij de overige verkiezingen was gefraudeerd of accepteerde de verliezende machthebber de uitslagen niet. Afrikaanse leiders zijn bedreven geraakt in democratische politiek, maar dan wel als gewiekste omzeilers van het democratische proces.
Veel Afrikaanse verkiezingen zijn een kleurrijk theaterstuk waarbij de winnaar ruim van tevoren vaststaat. Ook de uitslagen zijn dramatisch; zo is het in landen als Ethiopië en Burundi niet ongebruikelijk dat de zittende president met meer dan 95% van de stemmen wordt herkozen. Kiezers zijn veelal de figuranten wier stem wordt verkregen door omkoping, intimidatie of misleiding. Oppositiegroepen worden buiten de schijnwerpers gehouden door ‘veiligheidsdiensten’.
Zakken rijst
Ook de eerste verkiezingen in vijftig jaar in Kongo, in 2006 en daarna in 2011, waren volgens Alphonse Muambi ‘tevergeefs’. In zijn dagboek als verkiezingswaarnemer schreef hij dat de democratie in zijn thuisland verder weg was dan ooit. “Het is simpelweg een kwestie van stemmen kopen, baantjes beloven en zakken rijst uitdelen.”
Het westen vraagt -én schuift- en Afrika draait. Maar ondanks verkiezingen en westers geld is de democratie nog ver weg. Donor darling Mali ontving sinds 2002 miljarden dollars steun onder andere ter bestendiging van de democratie, maar afgelopen maart werd die vooralsnog relatief eenvoudig buitenspel gezet door een militaire coup.
Moeten we dan misschien de conclusie trekken dat men in Afrika toch minder van democratie houdt dan in het westen?
Dubbelrol
Alphonse Muambi moet hard lachen om het idee. De Kongolees presenteert enthousiast zijn tegenvoorstel: “Misschien komt het wel juist dóór het westerse geld dat de democratie in Afrika niet wil vlotten.”
Zolang verkiezingen in Afrika betaald worden door het westen hoeven machthebbers geen verantwoording aan hun bevolking af te leggen, licht Muambi toe in vloeiend Nederlands met een mild Frans accent. “De regeringen leggen slechts verantwoording af aan u en ik, via de VN en de EU.” Met een vierjaarlijks democratiecircus wordt het westen tevreden gehouden. Conclusie: met de democratie gaat het prima, met de bevolking minder.
Daarbij spelen westerse actoren volgens Muambi een saillante gast/dubbelrol in het Afrikaanse verkiezingstheater. “Westerse multinationals, maar ook opkomende economieën zoals China, sluiten in ruil voor toegang tot kostbare grondstoffen, deals – zoals grote infrastructurele contracten – met Afrikaanse machthebbers. De (her)verkiezing van deze zakenvriend weegt in de regel zwaarder dan de keuzevrijheid van de bevolking.”
Koffers met dollars
Met een democratisch gekozen Afrikaanse leider kunnen westerse bedrijven legitiem zaken doen, dus is het zaak de ‘juiste’ democratisch gekozen leider in het zadel te helpen. Zo is er een corrupte carrousel van geld en grondstoffen waarin ook Afrikaanse machthebbers op hun beurt koffers met miljoenen dollars in contanten sturen naar bijvoorbeeld Franse presidenten (de Franse presidenten Mitterrand, Chirac en Sarkozy zijn hiermee in verband gebracht) om hun campagnekas mee te vullen. Zo blijven aan weerszijden van de Atlantische oceaan de gewenste leiders aan de macht en kunnen zij tegelijk het democratisch licht op zich laten afstralen.
Terwijl Mitterrand tijdens die lente van 1990 in het licht van de internationale pers zijn ideaal van de democratie over Afrika uitriep, bereidde zijn zoon en adviseur geheime wapenleveranties voor aan het dictatoriale regime in Angola, de Hutu-regering in Rwanda en dictator Mubarak in Egypte.
Misschien hebben de Afrikaanse leiders hun democratische theaterkunsten van de besten geleerd?
Beginnen met het dak
Dus ook al bestaat er onder de Afrikaanse bevolking een sterke begeerte naar democratie, zij moet het doen met een terugkerend verkiezingsspektakel dat als een aanlokkelijk maar onbereikbaar ideaal op de wolken geprojecteerd wordt.
Het acute probleem van Afrika is echter niet gebrek aan democratie, maar onderontwikkeling, vindt Muambi. Een groot deel van de Afrikanen is analfabeet, veel regeringen hebben zo weinig legitimiteit en middelen dat ze niet de veiligheid, de gezondheid of het basisonderwijs voor burgers kunnen organiseren. “Democratie naar Afrika brengen is als een huis willen bouwen en dan beginnen met het dak.”
In 2010 vertelde de Burundese minster van defensie Germain Niyoyankana tijdens een bezoek aan Europa dat zijn land zo abject arm is dat hij er geen woorden voor had. De veiligheidssituatie was precair en toch kon de staat geen uniformen voor zijn politiemensen betalen. Het antwoord van Europa was een donatie van 43 miljoen euro voor de organisatie van verkiezingen.
IKEA-meubeltje
Ook in Kongo werd zwaar geïnvesteerd door de internationale gemeenschap: er werd veel geld in gepompt, er werden waarnemers gestuurd en aanmoedigingen geuit. Maar de stemmen waren nog niet geteld of dezelfde internationale gemeenschap trok zich terug en liet de feitelijke opbouw van een democratische staat over aan de vaak onervaren Kongolese beleidsmakers. De verkiezingen die het begin waren van een geduldig democratiseringsproces, werden als een finaliteit beschouwd.
Schrijver en Kongo-kenner David van Reybrouck vroeg zich naar aanleiding van de verkiezingen af of die opgelegde democratie door het westen niet een laatste vorm van kolonialisering is, “een vorm van electorale evangelisatie waarbij meer belang wordt gehecht aan de vorm dan aan de inhoud”. Er is een aantal criteria (onder andere moeten er meer partijen aan de verkiezingen meedoen, moet er gelegenheid zijn tot campagnevoeren en een vrije pers) en als deze hokjes zijn afgevinkt heb je democratie en krijg je geld.
De westerse democratie wordt volgens Van Reybrouck als een IKEA-meubeltje verzonden, inclusief handleiding. “En als het meubeltje uiteindelijk scheef staat of niet comfortabel zit, dan is dat de schuld van de consument en niet van de producent uit het verre buitenland.”
Schooljuf
Muambi zou liever zien dat er voorlopig geen verkiezingen meer worden gehouden in Afrika. Verkiezingen kosten handenvol geld, maar ook mensenlevens en ze leiden de aandacht af van ontwikkeling. Volgens Muambi is de diagnose (gebrek aan democratie) verkeerd, en de kuur (verkiezingen) ook. “Het is alsof je aan een malariapatiënt een chemokuur geeft.”
Maar ondanks de povere resultaten lijkt het westers democratisch evangelisme er niet uit te slaan. En dus had ook de Afrikatoer vorige maand van VS-buitenlandminister Clinton bij vlagen het karakter van een schooljuf op inspectie. Kenia moest behoorlijke verkiezingen houden en Oeganda’s president Musseveni, die al 26 jaar aan de macht is, moest over zijn opvolging gaan denken. Verder verzekerde Clinton haar Afrikaanse gehoor dat de VS in haar samenwerking met Afrika er op uit is om ‘waarde toe te voegen aan Afrika in plaats van het te onttrekken’. Een ondubbelzinnige kritiek op China dat volgens de VS vooral in Afrika actief is om zijn honger naar grondstoffen te bevredigen.
Maar wat als de aanzienlijke en pragmatische economische investeringen door China (de handel tussen Afrika en China is sinds 2006 verdrievoudigd en in 2009 streefde China de VS voorbij als Afrika’s grootste handelspartner) de noodzakelijke vooruitgang bespoedigen, de fundamenten die volgens Muambi zo hard nodig zijn om het Afrikaanse democratische huis op te bouwen?
Zwart van woede
Muambi betwijfelt of het westerse democratiemodel überhaupt wel geschikt is voor Afrika. “Toen de opvolger van Mitterrand, acques Chirac zei dat ‘Afrika niet klaar was voor democratie’, zag het continent zwart van woede. We voelden ons minderwaardig, het was alsof we in de spiegel keken en zagen dat we niet goed genoeg waren. Maar Chirac had gelijk: wij kunnen niet omgaan met de democratie, tenminste niet met zijn democratie, de Franse democratie, uit zijn traditie, zijn cultuur, zijn continent.”
Door toegenomen economische groei en een afgenomen afhankelijkheid van westerse hulp dankzij Chinese investeringen, lijkt Afrika ook meer zelfvertrouwen te krijgen.
Toen de Britse premier Cameron vorig jaar afkondigde dat Afrikaanse landen die homorechten niet respecteren gekort zouden worden op ontwikkelingsgeld, en de VS aangaf homo-organisaties financieel te gaan steunen, ontstaken zowel vriend als vijand in woede. De Oegandese oppositieleider en vriend van het westen Kizza Besigye zei de bemoeienis ‘misplaatst’ en ‘irritant’ te vinden. “Er zijn vaker voorkomende en grovere schendingen van mensenrechten waar ik het westen niet over hoor; het grote enthousiasme waarmee ze dit oppakken vult me met cynisme.”
Zelfs de geteisterde Afrikaanse homoactivisten waren boos op Cameron en Clinton omdat de homohaat nu toenam gevoed door afkeer van het westen.
Olympische vlam
Het probleem van Kongo, en van Afrika in het algemeen, is volgens Muambi een lange geschiedenis van buitenlandse inmenging en afhankelijkheid. “Hierdoor zien wij de oplossing van onze problemen niet in onszelf maar in anderen.”
Daarom is het volgens hem tijd voor de ontwikkeling van de Afrikaanse democratie. Een democratiemodel dat de focus op verkiezingen vervangt door de dynamiek van de Afrikaanse tribale cultuur. Bijvoorbeeld door leiderschap als een Olympische vlam door te geven van regio naar regio. Een voorspelbare machtsoverdracht zoals het roulerende voorzitterschap van de Europese Unie.
Een democratiemodel waarvan de contouren niet bij voorbaat vastliggen, maar dat pragmatisch is en gestaag kan groeien. “We moeten ons juist richten op lokale verkiezingen om de lijntjes van de democratische ervaring en de verantwoordelijkheden kort te houden.”
Democratische recessie
Volgens Van Reybrouck heeft ‘het westen niet meer het primaat op wat een democratie is of moet zijn’. En misschien doen wij er goed aan eens aandacht te besteden aan onze democratie thuis. Daar verkeert naast de economie ook de democratie in een recessie.
Dezelfde Democracy Index 2011 die ook Afrika de maat nam, ziet de afgelopen jaren wereldwijd de democratie ‘afglijden’ en ‘het vertrouwen van de bevolking in politieke instituties verslechteren’. De democratische recessie sloeg in 2011 het hardst toe in Europa. Daar stijgt het populisme en nam in twaalf Oost-Europese landen het democratiegehalte flink af. Dat zijn de landen die twee decennia geleden de westerse democratie nog omarmden als was het een winnend lot uit de loterij.
Wat blijkt is dat de Oost-Europese landen op papier een prima functionerende democratie hebben. Ze hebben het door het westen verstuurde IKEA-meubeltje gehoorzaam uitgepakt en in elkaar geprobeerd te zetten. Maar het resultaat is vooral bedoeld als toonmeubel aan het westen en ongeschikt voor daadwerkelijk gebruik. Het ontbreekt de regio ‘significant’ aan politieke participatie en een democratische cultuur. Net als in Afrika wordt in Oost-Europa slechts één land, Tsjechië, als ‘volledige democratie’ beoordeeld.
Heksenjacht
Maar ook in zeven West-Europese landen gleed de democratie af in 2011 (geen enkel West-Europees land ging er democratisch op vooruit). De grootste oorzaak hier is ‘de erosie van de soevereiniteit en democratische verantwoording door de effecten van, en antwoorden op de eurozone-crisis’.
Omdat er nu dringend economisch orde op zaken moet worden gesteld, is er even geen tijd voor democratie. Intussen zien radicalere partijen kans de angst en onzekerheid onder de bevolking over de economische crisis, globalisering en migratie om te zetten in een door verontwaardiging gedreven heksenjacht op zondebokken (elites, buitenlanders, Grieken, de EU, et cetera). Geen ideale basis voor constructieve democratische afwegingen of debat.
Als resultaat regeert in de ene bakermat van de democratie Italië een niet democratisch gekozen premier en in de andere, Griekenland, zagen we een in populariteit stijgende neonazistische partijleider een vrouwelijke politicus in het gezicht slaan tijdens een televisiedebat. Het politieke vooruitzicht voor Europa op de korte termijn noemt de Democracy Index ‘verontrustend’.
Vooralsnog lijkt het alsof de Europese politiek meer op de Afrikaanse begint te lijken in plaats van andersom.
Nieuw zuurstof
Ook in Nederland wordt de politiek al tien jaar gekenmerkt door polarisatie, wantrouwen, grof taalgebruik en om de haverklap sneuvelende kabinetten. Met ons democratische trackrecord gaat ook ons mensenrechtenimago achteruit. Afgelopen lente werd ons land door 43 andere landen kritisch ondervraagd op onder andere ons boerkaverbod, het opsluiten van minderjarige asielzoekers, en een parlementslid dat voor de rechter moet verschijnen wegens zijn taalgebruik en het Polenmeldpunt.
Muambi, die sinds 1994 in Nederland woont, ziet hoe Nederlandse politici steeds meer de democratie in de weg lopen. “Zij gebruiken het domein van de democratie: het parlement en het kabinet als een manier om hun eigen macht te vergroten.”
Tegelijkertijd is democratie voor de Nederlandse kiezers meer een middel geworden om materiële zekerheden zeker te stellen (hypotheekrenteaftrek, AOW, reiskostenvergoeding, et cetera) en niet per se een eerste levensbehoefte die geregeld nieuw zuurstof moet krijgen.
Peentjes zweten
Wie anders dan Hollywood’s scriptschrijvers kun je het toevertrouwen de tijdgeest van het democratisch debacle in spectaculair drama te vatten? In de laatste Batman-film wordt de bioscoopbezoeker de ultieme politieke catharsis aangeleverd. Gotham City (lees: uw dorp, stad, land) leeft al jarenlang onder de leugens van laffe politici en een slappe overheid, als een duivelse schurk, geholpen door slijmerige bankiers, erin slaagt de hele stad, inclusief aandelenbeurs in zijn greep te krijgen. In een cryptisch democratisch gebaar geeft de schurk de stad terug aan haar bewoners terwijl hij een aantal waarheden onthult waarover politici hen jarenlang hebben voorgelogen. De burgers zijn woedend op het oude systeem, startten volkstribunalen en paraderen gewapend met machinegeweren door de straten. Dit is de volksopstand pur sang. In het scenario van de Hollywood regisseurs kunnen burgers niet omgaan met de verantwoordelijkheid van de macht en loopt de revolutie uit de klauwen. Hulp van buiten is nodig en Batman komt het beeld binnenvliegen.
Maar voor iedereen die niet in Batman gelooft stopt de vergelijking hier. En als dan het bioscooplicht aanflitst zit daar een hoop boze mensen die zich bekocht voelen door laffe politici en slijmerige bankiers. En er komt geen hulp van buiten. Net als in Afrika.