De prins en de mijnen
Conflictvrije grondstoffen voor onze mobieltjes en tv’s. Daar zet prins Jaime de Bourbon Parme, zoon van prinses Irene, zich voor in. Schrijver Alphonse Muambi, geboren in Congo, reisde met hem mee naar het mijngebied in Oost-Congo.
De hemel is blauw. De stilte van het imposante Kivu-meer is absoluut. Maar de vogels schenden die genadeloos met een tropische welkomsthymne. De zon schijnt op de rode bloemen. Een decor waarin een Nederlandse prins past. Maar wat doet de zoon van prinses Irene in een gebied waar rebellie, verkrachtingen, moord en roof gangbaar vocabulaire zijn geworden? Hij zit tegenover mij. Zijn bril zit goed op zijn plek. Zijn hemelsblauwe blouse past prima op zijn kaki-jeans.
CV
Jaime de Bourbon Parme (Nijmegen, 1973) is de zoon van prinses Irene en Carlos-Hugo de Bourbon Parme. Hij studeerde internationale betrekkingen, economie en conflictmanagement aan de Brown University en Johns Hopkins University (VS ) en liep stage bij het WNF en het Rode Kruis.
VENEZUELA
Zijn loopbaan begon bij ABN-AMRO in Argentinië en Brazilië, daarna werkte hij bij Corporación Andina de Fomento, een regionale ontwikkelingsbank in Venezuela.
AFGHANISTAN
Als diplomaat bij Buitenlandse Zaken was zijn eerste uitzending naar Irak, in 2003. Vervolgens was hij politiek adviseur in Noord-Afghanistan. Na een tussenstop bij het kabinet van eurocommissaris Neelie Kroes in Brussel werd hij Speciaal Gezant Natuurlijke Hulpbronnen
Kunt u zich voorstellen, wie u bent, wat u hier doet en waarom u dat doet?
“Ik ben Jaime de Bourbon Parme. Ik ben Speciaal Gezant Natuurlijke Hulpbronnen voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Mijn thema is de voorzieningszekerheid van grondstoffen, vooral metalen en mineralen, voor de Nederlandse en Europese markt. Ik kijk hoe bijvoorbeeld elektronicabedrijven op de lange termijn op een verantwoorde manier aan grondstoffen kunnen komen. U moet bedenken dat een elektronicabedrijf misschien wel tweeduizend verschillende bronnen van grondstoffen heeft voor zijn mobiele telefoons. Zo’n bedrijf weet vaak zelf niet eens waar alles precies vandaan komt.”
Met één vraag krijg ik een lawine van uitleg. Ik beland meteen in het middelpunt van zijn vak. Maar dat is niet mijn bedoeling. Ik wil eerst van de prins weten wat zijn verbinding is met de natuur “Met de natuur?” De prins trekt zijn hoofd naar achter. Hij lacht met verbazing in zijn stem en ogen. Maar zijn repliek is snel: “Natuurlijke hulpbronnen, zoals water, voedsel, energie en grondstoffen, dat zijn de basiselementen van ónze economie. En als je ze op een verantwoorde manier benut, profiteren mens en milieu daarvan. Mijn kracht zit bij de menselijke kant. Daar zet ik mij voor in.”
Ik stel deze vraag niet voor niets. Uw moeder, prinses Irene, is erg betrokken bij de natuur. Zij heeft daar veel boeken over gepubliceerd. Uw broer, prins Carlos, is een fervent pleiter voor groene energie. Bent u in dat opzicht de tegenpool binnen de familie?
“Nee. Ik heb mij meer op de menselijke kant gericht en mijn moeder misschien meer op de natuurlijke kant, maar uiteindelijk gaan die twee samen. Ik heb persoonlijk ontzettend veel met de natuur. Dat heb ik van thuis mee gekregen. Mijn grootvader prins Bernhard was medeoprichter van het Wereld Natuur Fonds. Als je opgroeit, kijk je altijd naar je meerwaarde binnen het gezin. En die ligt bij mij op het snijvlak van diplomatie en conflictpreventie.”
De Bourbon is niet klaar. Hij vertelt over zijn tweede ‘ik’ die beïnvloed is door zijn Spaanse opa, zijn vaders vader, Xavier de Bourbon Parme. Een man die alleen maar oorlog heeft gekend. De Eerste Wereldoorlog, de Spaanse burgeroorlog, de Tweede Wereldoorlog. Een man die vanwege zijn verzet in de concentratiekampen Natzweiler en Dachau terechtkwam en deze heeft overleefd. Maar vooral ook een man die de bron van inspiratie en de kracht is voor de prins.
“Als kind vroeg ik altijd aan mijn vader om over opa te vertellen. Toen besefte ik dat als ik vandaag nog steeds de mensen in de ogen kan kijken die concentratiekamp Dachau hebben overleefd, die zeventig jaar vrede die we nu in Europa hebben, niet vanzelfsprekend is. Zeker niet in landen buiten Europa, zoals Congo, waar nog steeds oorlog is.”
Toch even terug naar uw familie. Is het een familie met een missie? Door God gestuurd om iets voor de aarde te betekenen?
“Ik heb een paar interessante, goed betaalde banen in het bedrijfsleven laten liggen om me in te zetten voor maatschappelijke verandering. Dat zit ingebakken, ik weet niet of dat iets in onze genen is of in onze opvoeding of toch, zoals u het zegt, in een goddelijke macht, maar het is deel van mijn leven.” Hij relativeert. “Ik zie dat eigenlijk niet alleen bij onze familie. Ik zie dat heel sterk bij jongeren onder de dertig. Ze hebben een enorme drang naar een eerlijke en duurzame wereld. Dus het is niet uniek, maar toevallig wel sterk vertegenwoordigd in de familie.”
De titel van dit interview zou kunnen zijn: Prins Jaime de Bourbon Parme, de Nederlandse grondstoffenprins. Wat zou u daarvan vinden?
“Ik zou het vreselijk vinden. Omdat ik dit doe als persoon. En mijn prins-zijn speelt een ondergeschikte rol. Ik ben gewoon Jaime de Bourbon Parme. Ik heb alle stappen doorlopen binnen de diplomatie. Nu ik Speciale Gezant ben, ben ik een soort ambassadeur. En gebruik ik mijn titel voor de eerste keer om deuren te helpen openen. Dus ‘grondstoffenprins’, dat klinkt alsof het mijn hobby is, als een goed doel naast een andere baan. Maar dit is mijn volledige baan die ik gewoon als Jaime doe.”
Hoe ziet een werkdag eruit?
“Ik zit aan tafel of heb conference calls met bedrijven en ik reis naar grondstofrijke landen, zoals China natuurlijk, maar ook Zuid-Afrika, Myanmar, Indonesië en Suriname.”
Hoe vaak bent u dan op kantoor in Den Haag?
“Ik schat een derde van mijn tijd.”
CONFLICTMINERALEN
Oost-Congo is rijk aan mineralen als coltan, wolfraam, goud en tin. Tin wordt onder meer gebruikt om de onderdelen van televisies en telefoons met elkaar te verbinden. Coltan zit in onze mobieltjes en laptops.
EXPORT
Strijdende rebellen worden volgens de VN gesteund door buurlanden als Rwanda en Uganda om controle te hebben over mijnen en wegen om de mineralen te exporteren.
WET
De Amerikaanse ‘Dodd Frank Act’ uit 2010 verplicht alle beursgenoteerde bedrijven in de VS te bewijzen dat door hen gebruikte grondstoffen niet uit Congo of omstreken komen.
EERLIJKE TIN
De kritiek op deze wet is dat je de vrede niet dichterbij brengt door Congo links te laten liggen. Het Conflict Free Tin Initiative (CFTI ), waarbij onder meer Philips en Tata Steel zijn aangesloten, wil tin op eerlijke en transparante wijze het land uit krijgen.
Tijdens een bijeenkomst van de OESO, de club van de rijke landen, in Parijs in 2012 ontmoette hij manager Boukje Theeuwes die zich bij Philips inzet voor de duurzaamheid van de leveranciersketen. Die ontmoeting leidde tot meer contacten. En die contacten leidden tot deze reis naar Congo. Een reis met Motorola Solutions, Philips, FairPhone, USAID en de Europese Commissie. Het doel: als Conflict Free Tin Initiative(CFTI) een systeem opzetten om Congolese grondstoffen van de mijn tot aan de consument te traceren, om ervoor te zorgen dat alleen conflictvrije mineralen worden geëxporteerd. Er draait nu een proefproject in de mijn Kalimbi, in het stadje Nyabibwe.
De Bourbon legt het hele proces uit met een vuist in de lucht om zijn gedachtegang te ondersteunen. “Elk zakje met tin dat uit de mijn komt, krijgt een apart label. Een speciaal comité van overheid, maatschappelijke organisaties en veiligheidsinstellingen volgen de route van deze zakjes tot aan de grens, om te zorgen dat geen gewapende groepen aan de mijn verdienen.”
Nederlanders hebben affiniteit met cijfers. Hoeveel kost dit project hen?
“Het is een driejarig project. We hebben Pact, de Congolese organisatie die ter plekke de spil is van het geheel, gefinancierd met 1,3 miljoen dollar. In november 2012 zijn de eerste zes containers met tin ter waarde van 1,7 miljoen dollar uit Congo geëxporteerd. Ziet u dat de economische waarde na een paar maanden even groot is als de totale investering voor drie jaar?”
Is dit een donatie of toch een moderne vorm van de VoC-mentaliteit, zodat westerse bedrijven zonder schuldgevoel aan grondstoff en kunnen komen?
“Het enige belang voor het ministerie van Buitenlandse Zaken is transparantie. Nederland is een doorvoerland voor agrarische grondstoffen, het is onze natuurlijke rol om te kijken hoe je daar verantwoord mee omgaat. Ik ben een belangeloze bemiddelaar. Ik verbind de schakels uit de ketens. De mijnwerker weet niet wie de smelter is, de smelter weet niet dat de tin bij Philips terechtkomt. Die partijen probeer ik bij elkaar te brengen. Zo kunnen we met relatief weinig ontwikkelingshulp grote impact hebben. Dat past in de filosofie van de nieuwe minister van Ontwikkelingsamenwerking en Internationale Handel. Economische diplomatie, dat is wat ik hier in Congo doe.”
Zijn er vragen die ik niet heb gesteld en waarop u wilt antwoorden? De Bourbon geeft geen antwoord, maar wil nu de interviewer zijn. Wat doet het u, als Congolees, om ons project te zien?
“De hele oorlog in Congo draait om illegale handel in grondstoffen. Mijn pleidooi is altijd geweest: laat bedrijven op transparante wijze rechtstreeks in Congo grondstoff en afnemen in plaats van via de buurlanden. Dit project is een eerste stap in die richting.”
Het interview is nu definitief klaar. De hemel is nog steeds blauw boven Kivu. De zon schijnt niet meer, maar de sterren wel. De welkomsthymne is nu veranderd in een hymne van hoop. De hoop dat het tin-initiatief een succes wordt.