We gedragen ons nog steeds als kolonialen
Elma Drayer − 05/04/12 BRON: Trouw.nl
Terwijl niemand nog weet hoeveel de luitjes in het Catshuis precies willen bezuinigen op ontwikkelingshulp, klom menigeen alvast in de gordijnen.
Miljardair Bill Gates pakte de telefoon om de Nederlandse natie vermanend toe te spreken, er verschenen verontwaardigde stukken op de opiniepagina’s (‘Nederland moet zich afvragen waarom het debat in geen van onze buurlanden zo kleinzielig verloopt als hier’), columnisten verlekkerden zich in bijbelse metaforen (‘schotel linzenmoes’).
Uiteraard begonnen enkele prominente CDA’ers met hun lidmaatschapskaart te zwaaien. En er was het clubje oud-CDA-ministers dat het kabinet per brief van hun ongenoegen op de hoogte stelde. Dat het initiatief tot dit schrijven niet kwam van henzelf, maar van bedreigde ontwikkelingshulporganisaties, moesten we een paar dagen later uit De Telegraaf vernemen. Geen van de andere kranten had kennelijk enige argwaan.
Wel kwam NRC Handelsblad dinsdag met een verhaal over het sluwe genius achter de bezuiniging-en: voormalig VVD-Kamerlid Arend Jan Boekestijn. Hij zou ‘het Hollandse debat’ geheel in zijn eentje ‘definitief’ naar de hand hebben gezet. Dezelfde krant ruimde die dag een complete pagina (!) in voor bijbelcitaten over naastenliefde en barmhartigheid. De redactie zelf vond het waarschijnlijk een hele vondst, maar eerlijk gezegd was het gissen naar de beweegredenen. Om de liberale lezers bij te scholen in de Heilige Schrift? Kan vast geen kwaad, maar hoezo? Om het CDA triomfantelijk op de vingers te tikken? Daar kunnen ze die verzen doorgaans dromen – van achteren naar voren, en weer terug.
Toch is het goed dat de discussie over nut en noodzaak van ontwikkelingshulp nu loskomt. Dat had natuurlijk veel eerder moeten gebeuren – niet onder druk van deze bezuinigingsronde, noch van het twittergekwetter dat Geert Wilders de wereld instuurt. Dan was er wellicht meer oor geweest voor wat échte ervaringsdeskundigen te melden hebben.
Een van hen is publicist Alphonse Muambi, opgegroeid in Congo, sinds jaar en dag in Nederland woonachtig. Eind 2009 schreef hij in deze krant een prachtig verhaal waarin hij het, ongeveer als enige, opnam voor Máxima en Willem-Alexander. Dat de spraakmakende gemeente alhier hun plannen voor een huis in Mozambique afkeurde, vond hij onbegrijpelijk.
Persoonlijk juichte hij toe dat het kroonprinselijk paar ‘een ander beeld’ wilde neerzetten: dat van “een aantrekkelijk, vitaal Afrika in plaats van het eeuwig zielige continent van aids en honger, snot en vliegen”.
Even behartigenswaardig was het opiniestuk dat Muambi deze week in de Volkskrant publiceerde. Niet Geert Wilders, schreef hij, is het probleem van Afrika. Het probleem van Afrika schuilt in corrupte leiders, in de grondstofprijzen, in de wapenindustrie. (De afgelopen tien jaar stierven er volgens hem meer kinderen aan kogels uit China, Europa en de Verenigde Staten dan aan honger en malaria.) Zolang dat niet verandert “zal ontwikkelingshulp Afrika niet ontwikkelen”.
Merkwaardig toch, dat zo’n stem nauwelijks indruk maakt. Of misschien ook wel niet. Als het om ontwikkelingshulp gaat, gedragen wij ons nog altijd als de kolonialen die de wijsheid in pacht hebben.